Aannemer aansprakelijk voor arbeidsongeval waarbij een werknemer van de onderaannemer betrokken raakte?

Aannemer aansprakelijk voor arbeidsongeval waarbij een werknemer van de onderaannemer betrokken raakte?

woensdag 8 juni, 2022

Feiten en omstandigheden
In deze casus gaat het om een bij een arbeidsongeval betrokken geraakte werknemer van DCD (onderaannemer). In opdracht van Current (aannemer) verzorgde DCD de aanleg van kabeltracés ter voorbereiding op de te verrichten werkzaamheden door Current, namelijk het aansluiten van die kabels op een centraal punt. Current voert in deze weer werkzaamheden uit in opdracht van een ander bedrijf (hoofdaannemer).

Na afloop van zijn dienst, reed de werknemer van DCD de graafmachine op een oplegger. De graafmachine kantelde en de werknemer sprong uit de graafmachine. De voet van de werknemer raakte bekneld onder de graafmachine, waardoor hij ernstig letsel opliep.

Vorderingen in eerste aanleg
Namens de werknemer werden zowel DCD als Current aansprakelijk gesteld voor het ongeval. De vorderingen zijn in eerste aanleg enkel ten grondslag gelegd aan het vierde lid van art. 7:658 BW. De kantonrechter wees de vordering jegens DCD toe, maar wees de vordering jegens Current af.

Op grond van het vierde lid van art. 7:568 BW kan diegene aansprakelijk gesteld worden, die in de uitoefening van diens beroep of bedrijf de werkzaamheden laat verrichten door een ander met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft afgesloten, wanneer die ander schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden. De bescherming van deze bepaling ziet specifiek op werknemers die door hun werkgever bij een derde tewerk worden gesteld, zoals uitzendkrachten, uitleners en (onder)aannemers.

Geschil in hoger beroep
Tegen de afwijzing van de vordering jegens Current ging de werknemer van DCD in hoger beroep. Bij de beoordeling is -aldus het Hof- onder meer van belang of in het onderhavige geval Current de werkzaamheden ook door eigen werknemers had kunnen laten verrichten.

Current heeft in dat verband -kort weergegeven- verklaard dat diens werkzaamheden feitelijk kunnen worden opgesplitst in twee fases, namelijk 1.) het leggen van de kabels, zoals sleuven graven, kabels leggen, dichtmaken van de sleuven en het herstellen van het straatwerk en 2.) het aansluiten c.q. monteren van de kabels. De eerste fase wordt door Current uitbesteed aan onder(onder)aannemers, aangezien zij niet beschikt over de daarvoor benodigde kennis en ervaring dan wel de benodigde materialen om deze werkzaamheden te kunnen verrichten. Current heeft slechts monteurs in dienst en zij verzorgen derhalve enkel de tweede fase. De monteurs van Current gaan ook pas aan het werk nadat de eerste fase volledig is afgerond.

Het Hof merkt daarbij op dat de wijze waarop feitelijk invulling wordt gegeven aan de bedrijfsvoering, bepalend is of in het specifieke geval kan worden geoordeeld of de werkzaamheden van de aannemer inderdaad door de eigen werknemers had kunnen worden verricht. Gelet op het voorgaande is dit echter niet het geval en oordeelde het Hof dan ook dat het vierde lid van artikel 7:568 BW niet van toepassing is in de onderhavige casus.

Wijziging eis in hoger beroep
De werknemer van DCD heeft evenwel in hoger beroep zijn eis gewijzigd, in die zin dat de vordering jegens Current nu -naast de primaire grondslag- tevens subsidiair wordt gebaseerd op art. 6:171 BW (en meer subsidiair op art. 6:162 BW). Current is mogelijk nog wel aansprakelijk voor het ongeval op grond van art. 6:171 BW.

Aansprakelijkheid op grond van art. 6:171 BW?
De vraag of is voldaan aan de geldende vereisten voor aansprakelijkheid voor een niet-ondergeschikte op grond van artikel 6:171 BW, is door partijen echter (nog) niet in voldoende mate besproken. Nu het debat tussen partijen zich op deze vraag toespitst, heeft het Hof partijen de gelegenheid gegeven om hun stellingen (bij akte) hieromtrent nader toe te lichten en wordt de zaak naar de rol van 21 juni aanstaande verwezen. Bij wijze van gelegenheid geeft het Hof partijen daarbij in overweging om alsnog een regeling te treffen.

Wilt u dat wij contact met u opnemen?

    Meer nieuws

    Hoge Raad: “Cao-bepaling NBBU in strijd met uitzendbeding op grond van artikel 7:691 BW”

    woensdag 29 maart, 2023

    Sommige letselschadezaken hebben raakvlakken met arbeidsrechtelijke betrekkingen, doordat iemand als gevolg van een ongeval -al dan niet tijdelijk- arbeidsongeschikt raakt. Wanneer iemand in loondienst is bij een werkgever, mag er in beginsel vanuit worden gegaan dat beide partijen de bedoeling hebben gehad om een langdurige en duurzame verbintenis met elkaar aan te gaan.  Dit is […]

    Lees verder

    Letselschadevergoeding en bijstandsuitkering

    woensdag 8 maart, 2023

    Het ontvangen van een (hoge) schadevergoeding uit een letselschadezaak kan grote gevolgen hebben voor het recht op bijstand van een letselschadeslachtoffer. De gemeente heeft de bevoegdheid om op elk moment te toetsen of een persoon (nog) voor een bijstandsuitkering in aanmerking komt. Door de gemeente mogen (bijna) alle vermogens- en inkomensbestanddelen tot de ‘middelen’ van […]

    Lees verder

    Heeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75