Letselschadevergoeding en bijstandsuitkering

Aansprakelijkheid tramorganisatie na aanrijding met voetganger

woensdag 21 juni, 2023

Onlangs heeft mw. mr. Hanssens een deelgeschilprocedure gevoerd over de vraag of een tramorganisatie aansprakelijk is voor een ongeval tussen een voetganger en een tram, waarbij mw. mr. Hanssens de belangen behartigt van de voetganger. De inhoud van de beschikking zal hierna in zijn algemeenheid nader worden besproken.

De feiten
De voetganger was – tijdens een oversteek – aangereden door een tram. Als gevolg van het ongeval heeft de voetganger ernstig letsel opgelopen. Ter zitting zijn camerabeelden getoond waarop (de toedracht van) het ongeval werd getoond.

Aansprakelijkheid trambestuurder
Namens de voetganger is gesteld dat de tramorganisatie aansprakelijk is voor de schade van de voetganger. Voetgangers en fietsers (“zwakke” verkeersdeelnemers) zijn namelijk — zeker ten opzichte van gemotoriseerde verkeersdeelnemers — kwetsbaar. Een aanrijding kan voor hen ingrijpende gevolgen hebben. Omdat ook een botsing met een tram ingrijpende gevolgen kan hebben voor kwetsbare verkeersdeelnemers, moet de bestuurder van een tram ten opzichte van hen net zo zorgvuldig zijn als bestuurders van een motorrijtuig. Dat een tram geen motorrijtuig is in de zin van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) maakt dat niet anders. Die zware zorgvuldigheidsplicht betekent dat een trambestuurder bij het bepalen van zijn rijgedrag rekening moet houden met fouten van zwakkere verkeersdeelnemers, behalve met fouten die zo onwaarschijnlijk zijn dat hij daarop redelijkerwijs niet bedacht hoefde te zijn (zie HR 14 juli 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6526).

Op basis van het voorgaande is de tramorganisatie in beginsel aansprakelijk, behalve indien sprake is van overmacht.

Verweer tramorganisatie
Door de tramorganisatie werd de aansprakelijkheid betwist met de volgende argumentatie:
(i) er is sprake van overmacht.
(ii) er is sprake van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid, zodat de bekende 50%-regel niet toepasselijk is.

Is er sprake van overmacht?
Door de rechtbank is vooropgesteld dat een beroep op overmacht alleen kan slagen als de tramorganisatie aannemelijk maakt dat de trambestuurder rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt over de manier waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen, voor zover van belang voor de veroorzaking van het ongeval. Daarbij zijn fouten van de voetganger alleen van belang als die fouten voor de trambestuurder zó onwaarschijnlijk waren dat hij bij het bepalen van zijn verkeersgedrag met die fouten in redelijkheid geen rekening hoefde te houden.

De rechtbank is van mening dat de tramorganisatie geen beroep op overmacht toekomt, vanwege de feiten dat:
– de tram gezien de omstandigheden met een te hoge snelheid op de voetgangersoversteekplaats is afgereden.
– de tram na het ongeval nog enkele meters is doorgereden.
– de trambestuurder onvoldoende heeft geanticipeerd op het drukke verkeer en het beperkte zicht.

Beroep op opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid

Indien een beroep op opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid wordt gehonoreerd, heeft dit tot gevolg dat er geen grond bestaat om de schade – ongeacht de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen – billijkheidshalve ten minste voor 50% ten laste van de tramorganisatie te brengen.

Door de rechtbank wordt geoordeeld dat de tramorganisatie onvoldoende heeft onderbouwd dat de voetganger zich bewust is geweest van het aanzienlijke gevaar dat hij zou worden aangereden. Uit de toedracht van het ongeval kan deze bewustheid niet worden afgeleid. Op basis van het voornoemde slaagt ook dit verweer van de tramorganisatie niet.

50%-regel en causale verdeling
Nu geen van de voorgaande verweren van de tramorganisatie slaagt, kan de voetganger aanspraak maken op vergoeding van minimaal 50% van zijn schade. Vervolgens dient te worden beoordeeld of naar maatstaven van artikel 6:101 BW meer dan 50% van de schade van de voetganger ten laste van de tramorganisatie dient te worden gebracht.

Door de rechtbank wordt het volgende afgewogen:

Fouten trambestuurder   Fouten voetganger
Onvoldoende geanticipeerd op de mogelijkheid dat er een voetganger plotseling zou oversteken.

vs

Onvoldoende oplettend is geweest
Snelheid onvoldoende aangepast aan de drukke en onoverzichtelijke verkeerssituatie vs Geen voorrang had.

Op basis van het voorgaande concludeert de rechtbank dat 60% van de schade voor rekening van de tramorganisatie dient te komen en 40% voor rekening van de voetganger.

Billijkheidscorrectie
Tenslotte is door de rechtbank – op verzoek van de voetganger – de vraag beantwoord of de billijkheidscorrectie tot een andere verdeling van de schade leidt. Volgens de rechtbank noopt de ernst van het letsel van de voetganger tot een andere verdeling, te weten: 70% aan de zijde van de tramorganisatie en 30% aan de zijde van de voetganger.

Conclusie
Het voeren van een procedure kan soms noodzakelijk zijn teneinde de aansprakelijkheid te vestigen. In de onderhavige zaak is de aansprakelijkheid door de rechtbank gevestigd, zodat de tramorganisatie dan wel haar verzekeraar de schade (in dit geval voor 70%) dient te vergoeden. Indien de procedure niet aanhangig was gemaakt, zou de tramorganisatie nimmer zijn overgegaan tot het vergoeden van schade.

Wilt u dat wij contact met u opnemen?

    Meer nieuws

    Voorlopig getuigenverhoor

    woensdag 14 augustus, 2024

    Artikel 186 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat in gevallen waarin bij wet het bewijs door getuigen is toegelaten, op verzoek van een belanghebbende onverwijld (= zonder uitstel) een voorlopig getuigenverhoor kan worden bevolen. Doel van het voorlopig getuigenverhoor Procederen kost niet alleen veel geld, maar vaak ook veel tijd. Soms is het voorafgaand aan […]

    Lees verder

    Toename verkeersongevallen met fatbikes: Dit moet je weten

    vrijdag 14 juni, 2024

    Uit recent onderzoek van VeiligheidNL (kenniscentrum voor letselpreventie) bleek dat artsen op de spoedeisende hulp een toename zien van het aantal verkeersongevallen met een fatbike. Verder viel op dat het aandeel van de leeftijdscategorie 10-14 jarigen steeds groeit. Het onderzoek werd wijd verspreid door de (sociale) media, met een oproep tot het verbeteren van de […]

    Lees verder

    Heeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75