Concertgebouw aansprakelijk voor val zangeres op podium in aanbouw

Concertgebouw aansprakelijk voor val zangeres op podium in aanbouw

dinsdag 23 november, 2021

Op 13 oktober 2021 heeft de rechtbank Rotterdam vonnis gewezen in een zaak met betrekking tot de aansprakelijkheid voor een valpartij. Door mr. K. Hanssens wordt deze uitspraak nader toegelicht. Het volgende speelde zich af.

Feiten
Op 12 januari 2019 zou een zangeres als soliste optreden in De Doelen, een concertgebouw in Rotterdam. In de ochtend vond een generale repetitie plaats. Tijdens de generale repetitie werd de podiumopstelling nog in gereedheid gebracht. Onder meer werden zogenoemde schriklatten aangebracht op het podium. Een schriklat is een lat van hout en wordt gebruikt om te voorkomen dat de poten van stoelen van de musici tussen de verstelbare podiumdelen terechtkomen. Tijdens de generale repetitie is de zangeres op het podium ten val gekomen. Als gevolg van de val had de zangeres letsel opgelopen aan haar linkerarm- en schouder. De zangeres heeft De Doelen aansprakelijk gesteld.

Beoordeling aansprakelijkheid
Voor de beoordeling van de aansprakelijkheid dient gekeken te worden of sprake is van gevaarzettend en onrechtmatig gedrag van het concertgebouw. Deze vraag dient beantwoord te worden aan de hand van gezichtspunten die de Hoge Raad al in 1965 heeft vastgesteld; de zogenoemde Kelderluik-criteria. De Kelderluik-criteria luiden als volgt:

1. Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid worden geacht?
2. Hoe groot is de kans dat door deze niet-inachtneming ongevallen ontstaan?;
3. Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
4. Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?

De rechtbank overweegt eerst dat het laten liggen van een schriklat (die 1 à 1,5 cm uitsteekt) op een deel van een podium dat als looproute wordt gebruikt door muzikanten de mogelijkheid van een ongeval creëert. De rechtbank oordeelt dat deze situatie als gevaarzettend kan worden bestempeld.

Vervolgens beoordeelt de rechtbank de feiten aan de hand van de Kelderluik-criteria. De rechtbank overweegt dat De Doelen wist of had kunnen weten dat er een reële kans bestond dat een schriklat, wanneer deze niet juist bevestigd was of niet op de juiste plek lag, in de weg zou kunnen liggen. Zeker wanneer deze schriklat in een looppad ligt. Volgens de rechtbank heeft De Doelen niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht genomen (punt 1 van de Kelderluik-criteria). Vervolgens overweegt de rechtbank dat de kans dat een ongeval zich voordoet bij het laten liggen van een schriklat tijdens een generale repetitie zodanig groot is dat De Doelen zich van dit gedrag had moeten onthouden (punt 2 van de Kelderluik-criteria). Voorts wordt door de rechtbank overwogen dat een val over een schriklat en de gevolgen daarvan voor een musicus ernstig zouden kunnen zijn (punt 3 van de Kelderluik-criteria). Tenslotte overweegt de rechtbank dat de schriklat voor de generale repetitie weggehaald had kunnen worden en dat is geen bezwaarlijke veiligheidsmaatregel (punt 4 van de Kelderluik-criteria). De rechtbank komt op basis van het voorgaande tot de conclusie dat De Doelen toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld.

Eigen schuld van 25% aan de zijde van de zangeres
Wel oordeelt de rechtbank dat sprake is van een percentage eigen schuld van 25% aan de zijde van de zangeres. De rechtbank overweegt dat de zangeres als professioneel musicus en op basis van haar eigen observatie wist dat de podiumopstelling van het concert nog niet gereed was. Het mocht dan ook van haar verwacht worden dat zij goed zou opletten en alert was na afloop van haar repetitie. Doordat zij dat niet was, is de schade mede een gevolg van een omstandigheid die aan haarzelf kan worden toegerekend. De zangeres dient aldus 25% van haar eigen schade te dragen

Vragen?
Heeft u vragen of bent u slachtoffer van een valpartij waarvoor een ander aansprakelijk kan worden gehouden? Neem dan vrijblijvend contact op.

Wilt u dat wij contact met u opnemen?

    Meer nieuws

    Hoge Raad: “Cao-bepaling NBBU in strijd met uitzendbeding op grond van artikel 7:691 BW”

    woensdag 29 maart, 2023

    Sommige letselschadezaken hebben raakvlakken met arbeidsrechtelijke betrekkingen, doordat iemand als gevolg van een ongeval -al dan niet tijdelijk- arbeidsongeschikt raakt. Wanneer iemand in loondienst is bij een werkgever, mag er in beginsel vanuit worden gegaan dat beide partijen de bedoeling hebben gehad om een langdurige en duurzame verbintenis met elkaar aan te gaan.  Dit is […]

    Lees verder

    Letselschadevergoeding en bijstandsuitkering

    woensdag 8 maart, 2023

    Het ontvangen van een (hoge) schadevergoeding uit een letselschadezaak kan grote gevolgen hebben voor het recht op bijstand van een letselschadeslachtoffer. De gemeente heeft de bevoegdheid om op elk moment te toetsen of een persoon (nog) voor een bijstandsuitkering in aanmerking komt. Door de gemeente mogen (bijna) alle vermogens- en inkomensbestanddelen tot de ‘middelen’ van […]

    Lees verder

    Heeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75