Onlangs kreeg mw. mr. K. Hanssens een bezoekrapport van een onafhankelijk werkend expertisebureau onder ogen waarin de volgende stelling werd opgenomen: “Gelet op de ontwikkelingen op het gebied van zwart werk in de literatuur en de jurisprudentie, is het de vraag of vergoeding van zwart werk überhaupt voor vergoeding in aanmerking dient te komen”. Vervolgens werd verwezen naar een uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 januari 2020 waarin is beslist dat de gevorderde schade met betrekking tot zwart werk niet voor vergoeding in aanmerking kwam. Dit standpunt is – naar de mening van mw. mr. K. Hanssens – achterhaald. Dit wordt in dit artikel nader uiteengezet.
Voorafgaand aan de uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 januari 2020 werd in de meeste gevallen ervan uitgegaan dat zwarte inkomsten voor vergoeding in aanmerking komen; zie arrest van de Hoge Raad van 24 november 2000 (Mommers/Van Ginhoven). Volgens de Hoge Raad dient wel vastgesteld of geschat te worden welk netto-inkomen het slachtoffer zou hebben genoten indien zou zijn overeengekomen dat belasting en premie zou worden ingehouden. Alleen indien de benadeelde kan bewijzen dat zijn opdrachtgevers bereid zouden zijn geweest de verschuldigde belasting en premies (alsnog) te betalen, komt het gehele bedrag als schade voor vergoeding in aanmerking. In de praktijk worden zwarte inkomsten vaak ‘netto’ gemaakt door een fictieve correctie toe te passen op het feitelijk ontvangen bedrag; alsof de premies en belasting waren afgedragen.
Inderdaad volgde – op 16 januari 2020 – het vonnis van de voorzieningenrechter waarin werd beslist dat zwarte inkomsten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. Verzekeraars verwijzen vaak naar dit vonnis om het standpunt te bevestigen dat zwarte inkomsten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Vervolgens verwijzen zij naar literatuur van tegenstanders van de vergoeding van zwarte inkomsten waarin – samenvattend – wordt gesteld dat zwart werk maatschappelijk ongewenst is en strijdig met de wet en het vergoeden hiervan in strijd is met de openbare orde of goede zeden.
Voorstanders van de vergoeding van zwarte inkomsten stellen – samenvattend – dat de voorzieningenrechter is afgeweken van de bestendige lijn in de jurisprudentie. Zwart werken is namelijk onrechtmatig tegenover de fiscus, maar niet tegenover de aansprakelijke partij. In letselschadezaken staat juist de schadebegroting in de verhouding tussen de benadeelde en de aansprakelijke partij centraal. Bovendien stellen verzekeraars bij de schadeafwikkeling vaak voor huishoudelijk werk of tuinonderhoud zwart uit te besteden. Reden waarom het standpunt van verzekeraars enigszins verwrongen overkomt.
Na het vonnis van de voorzieningenrechter van 16 januari 2020 is de vraag of zwarte inkomsten voor vergoeding in aanmerking komen meerdere malen aan de rechtbank voorgelegd.
Op 29 januari 2021 oordeelde de rechtbank Rotterdam dat inderdaad sprake is van strijd met de fiscale wetgeving, de maatschappelijke betamelijkheid en het gemeenschapsbelang, maar dat dit in de verhouding met de verzekeraar geen rol speelt. Wanneer de fictieve correctie wordt toegepast – en het ten onrechte behouden gedeelte niet wordt vergoed – is volgens de rechtbank geen sprake van vergoeding van schade aan niet-rechtmatige belangen. De werkzaamheden zijn namelijk niet verboden. Aldus komen zwarte inkomsten voor vergoeding in aanmerking.
Vervolgens heeft ook de rechtbank Amsterdam op 19 mei 2021 beslist dat de vordering tot vergoeding van zwarte inkomsten toewijsbaar is. Daarbij is overwogen dat het bedrag van zwarte inkomsten – volgens vaste rechtspraak – moet worden verminderd met de inhoudingen en heffingen die bij correcte toepassing van fiscale wetgeving verschuldigd zouden zijn.
Op basis van het voorgaande dienen zwarte inkomsten – naar de mening van mw. mr. K. Hanssens – wel voor vergoeding in aanmerking te komen en is het standpunt uit de inleiding van dit artikel achterhaald.
Wilt u dat wij contact met u opnemen?
Artikel 186 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat in gevallen waarin bij wet het bewijs door getuigen is toegelaten, op verzoek van een belanghebbende onverwijld (= zonder uitstel) een voorlopig getuigenverhoor kan worden bevolen. Doel van het voorlopig getuigenverhoor Procederen kost niet alleen veel geld, maar vaak ook veel tijd. Soms is het voorafgaand aan […]
Lees verderUit recent onderzoek van VeiligheidNL (kenniscentrum voor letselpreventie) bleek dat artsen op de spoedeisende hulp een toename zien van het aantal verkeersongevallen met een fatbike. Verder viel op dat het aandeel van de leeftijdscategorie 10-14 jarigen steeds groeit. Het onderzoek werd wijd verspreid door de (sociale) media, met een oproep tot het verbeteren van de […]
Lees verderHeeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75