Over de hele wereld staat Nederland bekend als fietsland. Zelfs als het regent wordt er gefietst. Soms met een regenpak, maar ook niet zelden met een paraplu in de hand. Aangezien het met een uitgeklapte paraplu in de hand een stuk lastiger fietsen is, is het niet vreemd dat de kans op een verkeersongeval dan toeneemt. Gelet op het weer en de tijd van het jaar zal ik in het navolgende aandacht besteden aan een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarbij een fietser met een paraplu in zijn hand botste op een geparkeerde bestelbus met aanhanger in een fietstunnel.
Omstandigheden
De fietstunnel waar het ongeval plaatsvond was ten tijde van het ongeval verlicht en heeft twee rijstroken voor tegenovergestelde rijrichtingen. Het ongeval vond omstreeks 10:40 uur plaats op een dag met herfst- en regenachtig weer. Ten tijde van het ongeval stond ongeveer 100 meter vóór de plaats waar de aanhanger was geparkeerd het onderstaande verkeersbord met een onderbord waarop stond vermeld: ‘doorgaand rijverkeer gestremd i.v.m. werkzaamheden’.
De fietser heeft Achmea als WAM verzekeraar van de bestelbus aansprakelijk gesteld. In het onderzoeksrapport dat in opdracht van Achmea werd opgesteld, is de conclusie getrokken dat het aannemelijk was dat de fietser het bovenstaande verkeersbord en de aanhanger over het hoofd had gezien, omdat zijn zicht werd belemmerd door zijn paraplu.
Letsel
Als gevolg van het ongeval liep de fietser ernstig letsel op. Zo was er sprake van een incomplete dwarslaesie, een fractuur van de neus, fracturen van de wervels, een fractuur van de rechterhand, een hoofdwond en een hersenschudding.
Het verzoek & het verweer
De fietser verzoekt de rechtbank om te beslissen dat Achmea zijn volledige schade dient te vergoeden. Alhoewel Achmea de aansprakelijkheid heeft erkend, stelt zij dat zij niet de volledige schade van de fietser hoeft te vergoeden, nu er sprake is van eigen schuld in de zin van art. 6:101 BW aan de zijde van de fietser. Achmea stelt dat het ongeval voorkomen had kunnen worden indien de fietser zijn zicht niet door de uitgevouwen paraplu zou zijn belemmerd.
Oordeel rechtbank
De rechter oordeelt dat als de verzekerde van Achmea zich aan de regels had gehouden en (naast het bovenstaande verkeersbord) aan weerszijden van de aanhanger een waarschuwingshek had geplaatst met daarop de aangegeven rijrichting door middel van een pijl, de kans groter was geweest dat de fietser de aanhanger wel had opgemerkt. Voorts geeft de rechter aan dat mocht de fietser de aanhanger niet hebben opgemerkt, dat hij dan tegen een hek was aangereden met een lagere botsingsimpact tot gevolg. Aan de andere kant heeft ook het fietsen met een uitgevouwen paraplu in de hand bijgedragen aan het ontstaan van de aanrijding, omdat de aanhanger goed zichtbaar was vanaf een afstand én van dichtbij.
Op basis van de causale verdeling komt de rechtbank door te kijken naar de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot een verdeling van de schade in de verhouding van 55% voor Achmea en 45% voor de fietser. Dit brengt niet met zich mee dat de rechter oordeelt dat Achmea slechts 55% van de ongevalsgerelateerde schade dient te vergoeden. De rechtbank verklaart namelijk voor recht dat Achmea gehouden is om 70% van de schade van de fietser te vergoeden op grond van de billijkheidscorrectie. De rechtbank weegt in dat besluit mee dat de verzekerden van Achmea professionals waren en in die hoedanigheid bekend moesten zijn met de toepasselijke CROW-regels, dat de fietser zelf niet voor de schade verzekerd is en dat er sprake is van blijvend letsel, waardoor de fietser zijn werk als zelfstandige in de schoonmaakbranche niet meer goed kan uitvoeren.
Conclusies
Fietsen met een uitgevouwen paraplu in de hand is niet zonder risico’s. Als een fietser met een uitgevouwen paraplu in de hand betrokken raakt bij een verkeersongeval, kan dat er zo maar toe leiden dat de aansprakelijk gestelde partij niet gehouden is om de volledige schade te vergoeden. Aan de andere kant betekent het niet automatisch dat een fietser, die met een uitgevouwen paraplu in de hand betrokken raakt bij een verkeersongeval, geen aanspraak kan maken op enige schadevergoeding. Daarom is het altijd aan te bevelen om na een ongeval met één van onze advocaten/juristen contact op te nemen, zodat er kan worden geïnventariseerd wat de mogelijkheden zijn om uw schade te verhalen.
Wilt u dat wij contact met u opnemen?
Artikel 186 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat in gevallen waarin bij wet het bewijs door getuigen is toegelaten, op verzoek van een belanghebbende onverwijld (= zonder uitstel) een voorlopig getuigenverhoor kan worden bevolen. Doel van het voorlopig getuigenverhoor Procederen kost niet alleen veel geld, maar vaak ook veel tijd. Soms is het voorafgaand aan […]
Lees verderUit recent onderzoek van VeiligheidNL (kenniscentrum voor letselpreventie) bleek dat artsen op de spoedeisende hulp een toename zien van het aantal verkeersongevallen met een fatbike. Verder viel op dat het aandeel van de leeftijdscategorie 10-14 jarigen steeds groeit. Het onderzoek werd wijd verspreid door de (sociale) media, met een oproep tot het verbeteren van de […]
Lees verderHeeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75