Schadevergoeding voor vrijwilliger na val uit kerstboom

Schadevergoeding voor vrijwilliger na val uit kerstboom

vrijdag 8 december, 2023

In dit artikel wordt het arrest van het Gerechtshof ’s Hertogenbosch van 2 juni 2020 nader toegelicht.
De procedure heeft betrekking op een ongeval van 2013 waarbij een vrijwilliger uit een 6 meter hoge kerstboom is gevallen die geplaatst moest worden op het dorpsplein. Door het ongeval is sprake van een complete dwarslaesie bij het slachtoffer. Hij start vervolgens een procedure over de aansprakelijkheid om een schadevergoeding te verkrijgen. Door de rechtbank zijn alle vorderingen afgewezen, waarna het slachtoffer in hoger beroep is gegaan.

Feiten
Op 7 december 2013 wilde de Speelruimte een kerstboom plaatsen op het lokale dorpsplein. De kerstboom was ongeveer 6 meter hoog en werd geschonken door de buurman van het slachtoffer. De boom bevond zich nog in de tuin van de buurman en moest eerst worden omgezaagd. Het slachtoffer was samen met andere vrijwilligers naar de tuin gegaan om de boom om te zagen. Zij hadden een hoogwerker meegenomen, maar helaas was de hoogwerker te groot om de tuin in te rijden. Een ladder was op dat moment niet voorhanden en stond in de speeltuin circa 600 à 700 meter verderop. Er moest een trektouw om de stam van de boom worden aangebracht zodat de boom gecontroleerd kon vallen. Het slachtoffer besloot met behulp van een zetje, zonder beschermende maatregelen, de boom in te klimmen om het trektouw om de stam van de boom te plaatsen. Toen hij echter op circa 3,5 meter hoogte was, is hij naar beneden gevallen. Bij zijn val uit de boom is hij met zijn rug op het tuinhuisje van de buurman gevallen. Door dit ongeval is sprake van ernstig letsel, namelijk een complete dwarslaesie met fracturen van meerdere ruggenwervels. Zijn onderlichaam is vanaf de heupen verlamd. Ondanks langdurige revalidatie is hij rolstoelafhankelijk. Sinds het ongeval kampt hij met lichamelijke klachten, diverse complicaties en psychische klachten.

Het slachtoffer stelt vervolgens de Speelruimte, de gemeente en de Dorpsraad aansprakelijk. De gemeente droeg namelijk de zorg voor de verzekering van vrijwilligers binnen de gemeente. Deze partijen waren verzekerd bij dezelfde aansprakelijkheidsverzekeraar. Toen de aansprakelijkheid herhaaldelijk werd afgewezen, is het slachtoffer een dagvaardingsprocedure gestart. Door de rechtbank werden alle vorderingen afgewezen. Hiertegen is het slachtoffer in hoger beroep gegaan. In dit artikel zal ik ingaan op de aansprakelijkheid en schadevergoedingsverplichting van de Speelruimte. De aansprakelijkheid van de andere partijen is door het Gerechtshof afgewezen.

Aansprakelijkheid Speelruimte
In deze procedure gaat het om de vraag of de Speelruimte in het kader van de kerstboomactie op grond van artikel 6:162 BW onrechtmatig heeft gehandeld jegens het slachtoffer (de vrijwilliger). Tijdens een vergadering had het bestuur van de stichting besloten dat zij de kerstboom zouden gaan omzagen, waarbij niet was afgesproken wie van de vrijwilligers aanwezig zou zijn en wie mee zou helpen. Er was alleen afgesproken wanneer zij elkaar zouden ontmoeten en er waren geen taken verdeeld. Er was ook niemand die de leiding had of instructies verstrekte. Volgens de stichting ‘deed iedereen wat hij kon’.

Stelling slachtoffer
Door het slachtoffer werd aangevoerd dat de Speelruimte maatregelen had moeten nemen om het gevaar voor een ongeval te beperken, hetgeen zij heeft nagelaten. Het slachtoffer stelt dat aan het omzagen van de boom van deze afmetingen reële veiligheidsrisico’s kleven en dat de gevolgen bij verwezenlijking van het gevaar ernstig kunnen zijn. Volgens het slachtoffer had het bestuur daarom tijdens de vergadering de leiding moeten nemen, opdrachten moeten uitdelen, toezicht moeten houden op de veiligheid, veiligheidsinstructies moeten geven en ervoor moeten zorgen dat voldoende doelmatige veiligheidsmaterialen in de tuin aanwezig waren.

Beoordeling Gerechtshof
Volgens het Gerechtshof dient aan de hand van de criteria uit het Kelderluik-arrest (zie eerdere artikelen op onze website), te worden onderzocht of de Speelruimte onrechtmatig heeft gehandeld door haar vrijwilligers bloot te stellen aan een gevaarlijke situatie. De Speelruimte wist immers dat de kerstboom was geschonken door een buurman en in de tuin moest worden omgezaagd voordat de boom op het dorsplein kon worden geplaatst. De getuigen hebben bevestigd dat het trektouw was meegenomen om de boom gecontroleerd te kunnen laten vallen, met het doel om te voorkomen dat de boom op een gebouw of op de vrijwilligers terecht zou komen. Het jaar voor het ongeval was het trektouw ook door het slachtoffer in de boom aangebracht, alleen toen vanuit een hoogwerker. Ook in 2013 was een hoogwerker meegenomen, maar bleek het niet mogelijk te zijn om de tuin in te rijden. Een ladder was op dat moment niet aanwezig. Er werd wel overlegd of iemand een ladder kon halen maar daar is geen uitvoering aan gegeven. Vervolgens is het slachtoffer de boom ingeklommen om het touw te bevestigen en is daarbij op enig moment uit de boom gevallen.

Het Gerechtshof heeft bepaald dat het dagelijks bestuur van de Speelruimte, gelet op de afmetingen van de boom en het gevaar bij het omzagen daarvan, van tevoren de situatie in de tuin van de buurman had moeten bekijken. Zo had de Speelruimte kunnen beoordelen welke materialen (zoals een trektouw, hoogwerker of ladder) bij het omzagen van de boom nodig waren en had zij kunnen bepalen of andere veiligheidsmaatregelen moesten worden getroffen om ongevallen te voorkomen. Gelet op het feit dat de Speelruimte alleen uit vrijwilligers bestaat, gaat het volgens het Gerechtshof te ver om van de Speelruimte te eisen dat zij een toezichthouder had aan moeten stellen, maar het was weinig bezwaarlijk geweest om de situatie eerst te inventariseren. Door dit alles na te laten, heeft de Speelruimte niet de vereiste oplettendheid en zorgvuldigheid in acht genomen en haar zorgplicht richting de vrijwilliger geschonden. Dit betekent dat de Speelruimte op grond van artikel 6:162 BW richting het slachtoffer aansprakelijk is voor de gevolgen van het hem overkomen ongeval.

Eigen schuld-verweer
Het Gerechtshof heeft bepaald dat de Speelruimte aansprakelijk is. Aangezien een eigen schuld-verweer is gevoerd, gaat het Gerechtshof in op het verweer van de Speelruimte dat de schadevergoedingsverplichting moet worden verminderd. De Speelruimte stelt dat zij niet gehouden is om de schade van het slachtoffer volledig te vergoeden, omdat sprake zou zijn van eigen schuld aan het ontstaan van het ongeval. Zij stelt in beginsel dat het slachtoffer alle schade zelf zou moeten dragen omdat sprake zou zijn van zodanig onzorgvuldig en roekeloos gedrag. Hier gaat het Gerechtshof niet in mee.

Wel wordt door het Gerechtshof bepaald dat de vergoedingsplicht van Speelruimte met 50% moet worden verminderd. Uit de getuigenverklaringen en verklaring van het slachtoffer blijkt namelijk dat hij uit eigen initiatief in de boom is geklommen om het trektouw te bevestigen. Hij erkende daarnaast dat het mogelijk was geweest om de ladder te halen omdat die zich in een nabije speeltuin bevond. Hij heeft niettemin besloten om de ladder niet te halen, omdat het begon te regenen en de boom toch om moest worden gezaagd. Ook staat vast dat hij in de jaren daarvoor ook de werkzaamheden op hoogte verrichtte voor de activiteiten van de Speelruimte, waaronder de kerstboomactie. Het jaar voor het ongeval had hij tevens vanuit een hoogwerker het trektouw aangebracht. Volgens het Gerechtshof betekent dit dat het slachtoffer zich bewust was (althans had moeten zijn) dat het aanbrengen van een trektouw in een boom van circa 6 meter gevaarlijk was. De Speelruimte wijst er volgens het Gerechtshof terecht op dat het slachtoffer als vrijwilliger een eigen verantwoordelijkheid heeft om bij de uitvoering van de werkzaamheden zorgvuldig te handelen. Volgens het Gerechtshof was het besluit om op eigen initiatief en zonder bescherming in de boom te klimmen onzorgvuldig, hetgeen aan hem moet worden toegerekend. Het Gerechtshof is van mening dat het onzorgvuldig handelen van de vrijwilliger en de schending van de zorgplicht van de Speelruimte in gelijke mate aan het ontstaan van de schade hebben bijgedragen. Derhalve heeft het Gerechtshof bepaald dat de vergoedingsverplichting van de Speelruimte met 50% moet worden verminderd. Vanwege de ernst van het letsel wordt een aanvullende correctie toegepast op dit percentage, namelijk een ‘billijkheidscorrectie’. Gelet op blijvende dwarslaesie oordeelde het Gerechtshof dat de vergoedingsverplichting met 25% moet worden verminderd.

Conclusie
Kortom, het Hof heeft bepaald dat de Speelruimte aansprakelijk is en gehouden is 75% van de door het slachtoffer geleden schade te vergoeden.

Wilt u dat wij contact met u opnemen?

    Meer nieuws

    Voorlopig getuigenverhoor

    woensdag 14 augustus, 2024

    Artikel 186 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat in gevallen waarin bij wet het bewijs door getuigen is toegelaten, op verzoek van een belanghebbende onverwijld (= zonder uitstel) een voorlopig getuigenverhoor kan worden bevolen. Doel van het voorlopig getuigenverhoor Procederen kost niet alleen veel geld, maar vaak ook veel tijd. Soms is het voorafgaand aan […]

    Lees verder

    Toename verkeersongevallen met fatbikes: Dit moet je weten

    vrijdag 14 juni, 2024

    Uit recent onderzoek van VeiligheidNL (kenniscentrum voor letselpreventie) bleek dat artsen op de spoedeisende hulp een toename zien van het aantal verkeersongevallen met een fatbike. Verder viel op dat het aandeel van de leeftijdscategorie 10-14 jarigen steeds groeit. Het onderzoek werd wijd verspreid door de (sociale) media, met een oproep tot het verbeteren van de […]

    Lees verder

    Heeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75