Op 13 oktober 2018 was het slachtoffer als toeschouwer aanwezig bij een voetbalwedstrijd. De zoon van het slachtoffer speelde bij voetbalteam X mee en de veroorzaker van het ongeval speelde bij voetbalteam Y mee. De veroorzaker was aanvoerder en verdediger van voetbalteam Y.
De veroorzaker van het ongeval nam tijdens de wedstrijd een hoge bal aan en voorkwam hiermee dat een speler van voetbalteam X de bal bemachtigde. De veroorzaker van het ongeval kon daarbij de bal onvoldoende controleren en heeft vervolgens de bal in een stuit over de zijlaan het veld uitgetrapt. Het slachtoffer stond, samen met nog twintig andere toeschouwers, op dat moment naast de zijlijn en kreeg de bal hard tegen zijn hoofd.
Letsel
Het slachtoffer viel met zijn hoofd op een betonnen plaat en is even buiten bewustzijn geweest. De opgeroepen traumahelikopter heeft het slachtoffer naar het ziekenhuis gebracht. Daar heeft het slachtoffer zes dagen doorgebracht. Door het ongeval is het slachtoffer doof aan zijn rechteroor en is er tinnitus (oorsuizen) ontstaan. Ook heeft hij last van evenwichtsstoornissen, duizeligheid en is hij zijn reuk en smaak verloren.
Geen aansprakelijkheid
Bij het beoordelen van aansprakelijkheid wordt gekeken naar de gedragingen van de veroorzaker van het ongeval. De situatie ten tijde van het ongeval is zeer relevant. Bij een sport- of spelsituatie ligt de drempel voor het aannemen van aansprakelijkheid richting een andere deelnemer van die sport- of spelsituatie hoger dan voor een zelfde situatie in het dagelijks leven. Uit vaste jurisprudentie, uitspraken van rechters, blijkt dat deelnemers aan een sport- of spelsituatie in redelijkheid en tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe de activiteit uitlokt of die daarin besloten liggen, van elkaar moeten verwachten.
Het slachtoffer is van mening dat de veroorzaker van het ongeval aansprakelijk is op grond van artikel 6:162 BW omdat hij als speler zich bewust, opzettelijk en roekeloos heeft gedragen door een bal met volle snelheid en kracht in het aan de zijlijn opgestelde publiek te trappen.
De rechtbank Rotterdam geeft eerst het beoordelingskader:
Ook bij de vraag of een deelnemer aan een sportactiviteit jegens een toeschouwer aansprakelijk is, is van belang wat een toeschouwer van het gedrag van de deelnemer moet verwachten. Een deelnemer aan een sport is dan ook jegens een toeschouwer pas aansprakelijk, als zijn handelen jegens die toeschouwer een zodanige onzorgvuldigheid oplevert, dat het niet meer geacht kan worden inherent te zijn aan een optimale, prestatiegerichte sportbeoefening, die enerzijds de deelnemer nastreeft, en anderzijds de toeschouwer van hem verlangt.
Daarna stelt de rechtbank zichzelf de vraag of de wijze waarop de veroorzaker van het ongeval deelnam aan het spel te beschouwen is als een normale prestatiegerichte wijze van voetballen. Daarbij is het volgens de rechtbank van belang dat de veroorzaker van het ongeval de bal probeerde te controleren en dat op dat moment ook twee aanvallers van het andere team op de bal kwamen afgerend. De veroorzaker van het ongeval heeft als verdediger balbezit bij de tegenpartij willen voorkomen door het uitspelen van de bal, hetgeen voor een voetbalwedstrijd geen ongebruikelijke keuze is. Het slachtoffer is van mening dat de veroorzaker van het ongeval een verkeerde keuze heeft gemaakt door de bal bijvoorbeeld niet in het veld weg te spelen.
De rechtbank is van mening dat als de veroorzaker van het ongeval al een verkeerde keuze heeft gemaakt dit niet automatisch betekent dat de veroorzaker van het ongeval ook aansprakelijk is. In dit geval heeft de veroorzaker van het ongeval de bal weggespeeld op een wijze die, voor een voetbalwedstrijd, niet abnormaal of gevaarlijk wordt beoordeeld. Daarom is de veroorzaker van het ongeval volgens de rechtbank Rotterdam niet aansprakelijk voor het letsel van het slachtoffer.
Ben je betrokken geweest bij een ongeval en wil je weten of je aansprakelijk bent of een ander aansprakelijk kan houden neem dan gerust contact op met ons kantoor voor een vrijblijvend gesprek.
Wilt u dat wij contact met u opnemen?
Artikel 186 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat in gevallen waarin bij wet het bewijs door getuigen is toegelaten, op verzoek van een belanghebbende onverwijld (= zonder uitstel) een voorlopig getuigenverhoor kan worden bevolen. Doel van het voorlopig getuigenverhoor Procederen kost niet alleen veel geld, maar vaak ook veel tijd. Soms is het voorafgaand aan […]
Lees verderUit recent onderzoek van VeiligheidNL (kenniscentrum voor letselpreventie) bleek dat artsen op de spoedeisende hulp een toename zien van het aantal verkeersongevallen met een fatbike. Verder viel op dat het aandeel van de leeftijdscategorie 10-14 jarigen steeds groeit. Het onderzoek werd wijd verspreid door de (sociale) media, met een oproep tot het verbeteren van de […]
Lees verderHeeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75