Voorlopig getuigenverhoor

Voorlopig getuigenverhoor

woensdag 14 augustus, 2024

Artikel 186 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat in gevallen waarin bij wet het bewijs door getuigen is toegelaten, op verzoek van een belanghebbende onverwijld (= zonder uitstel) een voorlopig getuigenverhoor kan worden bevolen.

Doel van het voorlopig getuigenverhoor
Procederen kost niet alleen veel geld, maar vaak ook veel tijd. Soms is het voorafgaand aan een procedure moeilijk in te schatten wat de kans van slagen is van een vordering. Om de proceskansen beter in te schatten of om de bewijspositie te verbeteren, kan het voorlopig getuigenverhoor voorafgaand aan een voorgenomen procedure een effectief middel zijn om de waarheid boven water te krijgen. Ook tijdens een lopende procedure, bijvoorbeeld als er ontoereikend bewijs voorhanden is, kan het bewijs door getuigen een oplossing bieden. Daarnaast kan een voorlopig getuigenverhoor dienen ter voorkoming dat bewijs verloren gaat, zoals bijvoorbeeld bij langlopende of complexe procedures.

Hoe werkt het voorlopig getuigenverhoor?
Een voorlopig getuigenverhoor vangt aan met een verzoekschrift van de partij die het getuigenverhoor wenst. In dit verzoekschrift dient het volgende te worden opgenomen:
i) De aard en het beloop van de vordering;
ii) Wat de verzoeker met het voorlopig getuigenverhoor wil bewijzen;
iii) De namen en woonplaatsen van de getuigen die verzoeker wenst te horen.

Het is van belang dat het verzoekschrift alle vereisten bevat die de wet aan toewijzing verbindt. In het verzoekschrift dient duidelijk gemaakt te worden waarom de te horen getuigen mogelijk kunnen verklaren over voldoende concreet gemaakte feiten en omstandigheden.

Toewijzing van het verzoek
In beginsel heeft verzoeker recht op het gevraagde getuigenverhoor, indien het verzoek aan de eisen voldoet. Na toewijzing van het verzoek zal een zitting worden bepaald door de rechter. De te horen getuigen worden per – aangetekende – brief opgeroepen. De opgeroepen getuigen zijn verplicht te verschijnen en dienen naar waarheid te verklaren, voorafgaand aan het getuigenverhoor dient de getuige namelijk een eed of belofte af te leggen, zodat de getuige onder ede staat. De getuige maakt zich schuldig aan meineed en is daarmee strafbaar als hij niet de waarheid spreekt. De verklaring van de getuige wordt schriftelijk vastgelegd in een proces-verbaal en, na volharding, ondertekend door de getuige en aan beide partijen toegezonden.

Afwijzing van het verzoek
Soms kan een verzoek aan de eisen voldoen, maar wordt het alsnog afgewezen door de rechter als er sprake is van een afwijzingsgrond. Uit vaste jurisprudentie volgen de volgende afwijzingsgronden:
i) Misbruik van bevoegdheid;
ii) Onvoldoende belang;
iii) Strijd met de goede procesorde;
iv) Een ander zwaarwichtig bezwaar.

Een voorlopig getuigenverhoor mag niet leiden tot een zogenaamde “fishing expedition”. Hier is sprake van indien er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de feiten waarover de getuige gehoord zal worden en de vordering van verzoeker. Verzoeker probeert in dat geval te vissen naar informatie die nog niet bekend is.

Meer informatie
Wilt u meer weten over een voorlopig getuigenverhoor? Bent u opgeroepen als getuige van een verkeersongeval of overweegt u om een procedure te starten na afwijzing van de aansprakelijkheid? Arcus Letselschade staat u graag bij. Neem gerust contact op met een van de advocaten van ons kantoor.

Wilt u dat wij contact met u opnemen?

    Meer nieuws

    Kerstborrel en letselschade: Dit is wat je moet weten over werkgeversaansprakelijkheid

    dinsdag 17 december, 2024

    Het einde van het jaar nadert. Bij veel bedrijven betekent dit tijd voor een kerstborrel. Werknemers komen bijeen om het jaar af te sluiten en de onderlinge band te versterken. Toch kan zo’n festiviteit een risico op letselschade meebrengen. Wat gebeurt er als een werknemer tijdens de kerstborrel letsel oploopt? Is de werkgever hiervoor aansprakelijk? […]

    Lees verder

    Het bedrijfsuitje viel in het water

    dinsdag 3 december, 2024

    In dit artikel wordt stilgestaan bij de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 13 november 2024. Hierin werd bepaald dat een werkgever aansprakelijk is voor een ongeval tijdens een bedrijfsuitje waarbij een werknemer van de kade op een steiger valt en hierdoor letsel oploopt. Het ongeval Het bedrijfsuitje was georganiseerd vanwege het 25-jarig jubileum van […]

    Lees verder

    Heeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75