Wanneer je als bestuurder van een motorvoertuig schade lijdt door toedoen van een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer

Wanneer je als bestuurder van een motorvoertuig schade lijdt door toedoen van een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer

maandag 16 augustus, 2021

Zwakkere verkeersdeelnemers worden beschermd door de wet
Artikel 185 van de Wegenverkeerswet (Wvw) is in het leven geroepen om zwakkere verkeersdeelnemers te beschermen. Deze regeling behelst ten opzichte van aansprakelijkheid die voortvloeit uit art. 6:162 BW (onrechtmatige daad), een verhoogde aansprakelijkheid voor gemotoriseerde verkeersdeelnemers. Dit artikel is dan ook enkel van toepassing in gevallen waarbij de bestuurder van een motorvoertuig schade toebrengt aan een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer.

Het komt echter ook voor dat een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer, zoals een fietser of een voetganger, een ongeval veroorzaakt en daarbij schade toebrengt aan een gemotoriseerde verkeersdeelnemer, zoals een scooter of een auto. In dergelijke gevallen is artikel 185 Wvw niet van toepassing. De bescherming die deze regeling biedt aan de ongemotoriseerde verkeersdeelnemer geldt echter onverkort. Deze uit de jurisprudentie voortvloeiende leer noemen we de reflexwerking van artikel 185 Wvw.

In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de reflexwerking van artikel 185 Wvw en hoe dit zich vertaalt in de lagere rechtspraak. Gemakshalve wordt in deze bijdrage het voorbeeld gebruikt van een verkeersongeval tussen een auto en een fietser.

Reflexwerking artikel 185 Wvw
De bestuurder van een auto, die schade lijdt door een ongeval veroorzaakt door een fietser, dient de fietser aansprakelijk te stellen op grond van art. 6:162 BW, nu artikel 185 Wvw niet van toepassing is.

De reflexwerking van artikel 185 Wvw houdt in dat de schade die wordt veroorzaakt aan de auto ten gevolge van een ongeval met de fietser, in beginsel voor een gedeelte voor rekening blijft van de bestuurder van de auto. Dit is ook het geval indien de fietser schuld heeft aan het ongeval.

Slechts indien de bestuurder van de auto een geslaagd beroep doet op overmacht, zal de fietser gehouden zijn de volledige schade van de bestuurder van de auto te vergoeden.

Overmacht
Een beroep op overmacht zal enkel slagen, wanneer degene die zich daarop beroept, aannemelijk kan maken dat hem geen enkel verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van de wijze waarop hij aan het verkeer deelnam.

Overmacht wordt echter niet snel aangenomen. Gemotoriseerde verkeersdeelnemers dienen er namelijk rekening mee te houden dat niet iedere verkeersdeelnemer zich ten allen tijde aan de verkeersregels houdt en dat verkeersregels met regelmaat worden overtreden. Er wordt van gemotoriseerde verkeersdeelnemers voorts verwacht dat zij zich zodanig gedragen, dat er adequaat kan worden gereageerd op onvoorzichtig gedrag van anderen.

Wanneer er sprake is van een verkeersovertreding van een fietser is voorts nog van belang dat de door de fietser gemaakte fout dermate onwaarschijnlijk was, dat de bestuurder van de auto bij het bepalen van zijn verkeersgedrag geen rekening behoefde te houden met de mogelijkheid dat een dergelijke verkeersfout zou kunnen worden gemaakt.

Causaliteitsverdeling
De mate waarin er een schadevergoedingsplicht is voor de fietser, wordt op grond van artikel 6:101 BW bepaald aan de hand van de zogenoemde causaliteitsverdeling. Bij deze causaliteitsverdeling wordt de schadevergoedingsplicht bepaald aan de hand van de mate waarin beide betrokken verkeersdeelnemers hebben bijgedragen aan het ongeval. Er dient dan een antwoord te worden gegeven op de vraag in welke mate enerzijds het weggedrag van de bestuurder van de fietser heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval, in vergelijking met welke mate anderzijds het weggedrag van de bestuurder van de auto heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval.

Wanneer er aan de zijde van de fietser sprake is van een verkeersovertreding, zal dat over het algemeen zwaar wegen bij de bepaling van de causaliteitsverdeling. Daarbij is het van belang in hoeverre de overtreding mede een gevaarzettend karakter heeft gehad. Zo kan de rechter bijvoorbeeld tot de conclusie komen dat, door het gevaarzettende karakter van de gedraging van de fietser, dit leidt tot een causaliteitsverdeling van 20% aan de zijde van de auto en 80% aan de zijde van de fietser.

Billijkheidscorrectie
Nadat de causaliteitsverdeling is komen vast te staan, kan er op grond van art. 6:101 BW nog een billijkheidscorrectie toegepast worden. In het bovengenoemde voorbeeld van 20%/80%, kan een billijkheidscorrectie, ten gunste van de bestuurder van de auto, teweeg brengen dat er alsnog een schadevergoedingsplicht is jegens hem van 90% of zelfs 100%.

Een billijkheidscorrectie wordt in de rechtspraak slechts toegepast indien er sprake is van feiten en omstandigheden die daartoe aanleiding geven. Het is vaste rechtspraak dat een billijkheidscorrectie slechts wordt toegepast, met name in het voordeel van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer, indien er a) sprake is van (zeer) ernstig letsel met blijvende gevolgen voor het slachtoffer, b) wanneer het slachtoffer niet verzekerd is voor zijn schade, terwijl de ongemotoriseerde verkeersdeelnemer bijvoorbeeld wel verzekerd is voor aansprakelijkheid en c) indien het ongeval, onomstotelijk, in grotere mate is toe te rekenen aan de ongemotoriseerde verkeersdeelnemer.

Gemotoriseerde verkeersdeelnemers aanvaarden risico door deelname aan verkeer
Het bovenstaande houdt in dat bestuurders van motorvoertuigen feitelijk een bepaald risico aanvaarden wanneer zij deelnemen aan het verkeer. Het is goed om dit in het achterhoofd te houden wanneer u de auto instapt.

Wilt u dat wij contact met u opnemen?

    Meer nieuws

    Hoge Raad: “Cao-bepaling NBBU in strijd met uitzendbeding op grond van artikel 7:691 BW”

    woensdag 29 maart, 2023

    Sommige letselschadezaken hebben raakvlakken met arbeidsrechtelijke betrekkingen, doordat iemand als gevolg van een ongeval -al dan niet tijdelijk- arbeidsongeschikt raakt. Wanneer iemand in loondienst is bij een werkgever, mag er in beginsel vanuit worden gegaan dat beide partijen de bedoeling hebben gehad om een langdurige en duurzame verbintenis met elkaar aan te gaan.  Dit is […]

    Lees verder

    Letselschadevergoeding en bijstandsuitkering

    woensdag 8 maart, 2023

    Het ontvangen van een (hoge) schadevergoeding uit een letselschadezaak kan grote gevolgen hebben voor het recht op bijstand van een letselschadeslachtoffer. De gemeente heeft de bevoegdheid om op elk moment te toetsen of een persoon (nog) voor een bijstandsuitkering in aanmerking komt. Door de gemeente mogen (bijna) alle vermogens- en inkomensbestanddelen tot de ‘middelen’ van […]

    Lees verder

    Heeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75