Een winkelmedewerker van de Action heeft ernstig letsel aan haar linkeroog opgelopen nadat een confettikanon tijdens haar werk in haar gezicht tot ontploffing kwam. Zij heeft haar werkgever voor het arbeidsongeval aansprakelijk gesteld. De rechtbank Amsterdam heeft zich gebogen over de vraag of de Action aansprakelijk is en de geleden letselschade diende te vergoeden. In deze blog zal mr. T. van der Ven de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 2 augustus 2021 nader toelichten.
De winkelmedewerker was reeds drie jaar in dienst bij de Action. Haar werkzaamheden bestonden uit het aanvullen en sorteren van producten in schappen, opruimen en het bedienen van een kassa.
Op 3 november 2018 constateerde de winkelmedewerker dat een confettikanon was misplaatst en in een schap met huishoudartikelen lag. Nadat zij het artikel had opgepakt en met het confettikanon in haar handen langs de schappen liep, is het confettikanon tot ontploffing gekomen in haar gezicht.
Hoe het confettikanon tot ontploffing was gekomen, was niet geheel duidelijk. De werkgever was van mening dat de ontploffing niet spontaan kon plaatsvinden. Er zijn daarom videobeelden in het geding gebracht. Uit de camerabeelden bleek niet dat het confettikanon opzettelijk tot ontploffing was gebracht. Het was echter ook niet uit te sluiten dat de werknemer onbewust een lichte draaibeweging met haar handen heeft gemaakt. Is dit voldoende reden om aansprakelijkheid van de werkgever aan te nemen?
Wettelijke regeling
In een eerdere bijdrage is reeds uitleg gegeven over de aansprakelijkheid van een werkgever voor een arbeidsongeval. De bewijslast wordt namelijk omgekeerd. Hiermee komt de wetgever de werknemer tegemoet. Een werknemer dient op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek enkel aan te tonen dat zij schade heeft geleden tijdens de uitoefening van haar werkzaamheden. De werkgever is in dat geval aansprakelijk, tenzij de werkgever kan aantonen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan en er voldoende voorzorgmaatregelen zijn getroffen. Daarnaast is de werkgever niet aansprakelijk wanneer wordt bewezen dat de schade opzettelijk of met bewuste roekeloosheid is veroorzaakt. Uit vaste rechtspraak (Hoge Raad) blijkt echter dat er door rechters niet snel wordt geoordeeld dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid.
Standpunt werknemer
De werknemer vorderde een verklaring van recht dat Action aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 BW en daarom de geleden schade dient te vergoeden. Zij stelt dat aan alle wettelijke vereisten is voldaan. Tijdens de uitoefening van haar werkzaamheden is oogletsel ontstaan door de ontploffing van het confettikanon. Daarnaast merkte zij op dat de Action geen instructies heeft gegeven om veilig met confettikanonnen te werken en dat zij niet is gewaarschuwd voor het gevaar dat hiermee gepaard gaat.
Verweer werkgever
Action voerde verweer tegen deze vordering. Action gaf aan dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Zij stelde dat de Action als werkgever geen maatregelen hoeft te nemen of dient te waarschuwen voor algemeen bekende gevaren waarvan de werknemer op de hoogte diende te zijn. Zij merkte daarnaast op dat het algemeen bekend is dat een gevaar voor letsel ontstaat wanneer een confettikanon op het gezicht wordt gericht en vervolgens met beide handen in een tegengestelde richting wordt gedraaid. Volgens de Action is het algemeen bekend dat hiermee een ontploffing van het confettikanon wordt veroorzaakt. Net zoals de Arbeidsinspectie, beschouwde de Action het voorval als ‘een ongelukkige samenloop van omstandigheden’. Daarnaast gaf de Action aan dat zij duizenden artikelen verkoopt en het confettikanon slechts één van die producten is die in haar schappen ligt. Het zou volgens de Action niet redelijk zijn als zij haar werknemers over de gevaren van elk artikel dient te instrueren.
Uitspraak kantonrechter
De kantonrechter oordeelde het volgende. Tussen Action en de werknemer staat niet ter discussie dat er oogletsel is ontstaan in de uitoefening van de werkzaamheden voor de Action. Het bestuderen van het confettikanon behoorde volgens de rechtbank tot de werkzaamheden van de winkelmedewerker. De werkneemster diende kapotte artikelen naar een andere afdeling te verplaatsen. Door in de bovenkant van het confettikanon te kijken, wilde zij nagaan of het confettikanon nog in de schappen kon worden teruggelegd of moest worden afgevoerd.
Op grond van artikel 7:658 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek is het vervolgens aan de werkgever om te bewijzen dat zij voldoende zorg heeft betracht voor een veilige werkplek en veilige arbeidsomstandigheden. Partijen zijn het erover eens dat de Action geen specifieke instructies of waarschuwingen heeft gegeven over het werken met een confettikanon. Action was van mening dat het niet nodig was om deze instructies te geven. De kantonrechter kon hier niet in mee gaan en oordeelde dat de zorgplicht niet is nagekomen. Van de Action mocht worden verwacht dat zij maatregelen zou nemen om ongevallen, zoals het onderhavige, te voorkomen. Action maakt immers de keuze om zeer diverse en wisselende artikelen aan te bieden in haar winkels. Het behoort tot de risicosfeer van de Action om haar werknemers niet te instrueren over de gevaren van één enkel product tussen een veelheid aan artikelen in de schappen. De kantonrechter merkte daarnaast op dat het niet algemeen bekend is op welke wijze een confettikanon tot ontploffing kan worden gebracht. Het kan daarnaast niet van een werknemer bij de Action worden verwacht om van elk artikel de instructies op de verpakking te bestuderen alvorens het artikel te verplaatsen. Action blijft als werkgever verantwoordelijk voor een veilige werkomgeving en het nemen van maatregelen om ongevallen te voorkomen.
Conclusie
Kortom, een werkgever is aansprakelijk wanneer zij er niet in slaagt om aan te tonen dat zij alle redelijke maatregelen ter voorkoming van een ongeval heeft getroffen. Ook bij het onderhavige arbeidsongeval wordt een werknemer als zwakkere partij beschermd op basis van de wet. De Action is aansprakelijk voor de schade die de werknemer lijdt door de ontploffing van het confettikanon.
Wilt u dat wij contact met u opnemen?
Artikel 186 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat in gevallen waarin bij wet het bewijs door getuigen is toegelaten, op verzoek van een belanghebbende onverwijld (= zonder uitstel) een voorlopig getuigenverhoor kan worden bevolen. Doel van het voorlopig getuigenverhoor Procederen kost niet alleen veel geld, maar vaak ook veel tijd. Soms is het voorafgaand aan […]
Lees verderUit recent onderzoek van VeiligheidNL (kenniscentrum voor letselpreventie) bleek dat artsen op de spoedeisende hulp een toename zien van het aantal verkeersongevallen met een fatbike. Verder viel op dat het aandeel van de leeftijdscategorie 10-14 jarigen steeds groeit. Het onderzoek werd wijd verspreid door de (sociale) media, met een oproep tot het verbeteren van de […]
Lees verderHeeft u schade? Stuur een mail of bel (076) 700 27 75